We leven in een digitale wereld. Er wordt veel geblogd, geappt, getweet en gereageerd. Maar veel is vluchtig. In de analoge wereld worden ook zaken vastgelegd. En afhankelijk van het type registratie, is hier nog veel van terug te vinden. Misschien wel meer dan over ons te vinden is over een paar honderd jaar.
Een belangrijke reden om een administratie te voeren is het vastleggen van bezit. Hiermee kan een overheid belastingen opleggen. Een andere reden is het vastleggen van de burgerlijke staat, hiermee kan de (kerkelijke) overheid zorgen dat er rechtsgeldige huwelijken worden gesloten wat ondermeer voor het erfrecht van belang is.
Vroege vormen van belasting (verponding) betreffen belasting op (bruikbare) grond. De hoeveelheid land werd in de middeleeuwen vaak uitgedrukt in grazen waarbij 1 gras overeenkomt met de ruimte die 1 koe nodig heeft om te grazen (ongeveer een halve hectare). Er zijn dan ook zogenaamde verpondingsregisters (ook wel schatregisters genoemd) met grastallen die de grondslag vormen voor de belastingplicht. Daarnaast werd er ook belasting (schot) geheven op afwatering via een zijlvest (waterschap). Hier zijn zijlschotregisters van bewaard gebleven.
Belangrijk daarbij is het onderscheid tussen een gebruiker (meijer) en een eigenaar. Niet alle registers vermelden zowel de gebruiker als de eigenaar. Het verpondingsregister van 1721 is vrij compleet en vermeldt zowel gebruiker als eigenaar. Wat Opende betreft is er een opvolgend zijlschotregister uit 1755 wat ook beide categorieƫn vermeldt en wat een update geeft van de bezitsverhoudingen in 30 jaar tijd.
Naast deze belastingregisters, zijn er ook notariƫle aktes beschikbaar van de 18e eeuw. Deze werden opgemaakt door de lokale grietman, een combinatie van rechter, bestuurder en notaris. Bruikbare aktes om personen en land te koppelen betreffen aankoop/verkoop van land. Om familie relaties beter in beeld te krijgen zijn voogdij aktes behulpzaam (met bijbehorende boedelbeschrijvingen).
In de 18e eeuw kwam het regelmatig voor dat een van de ouders op jonge leeftijd overleed (de gemiddelde levensverwachting was 40 jaar) . Het Ommelander landrecht schreef dan voor dat het erfrecht van de kinderen werd bewaakt door het maken van een boedelbeschrijving en het aanstellen van 3 voogden, de voormond (vaak familie), de sibbe (ook familie) en een vreemde voogd (vaak geen familie).
Tenslotte vormen kerkelijke registraties (die de functie van burgerlijke stand hadden) een schat van informatie. Dopen, trouwen en overlijden werden geregistreerd. Bij het dopen worden de namen van de ouders vermeldt. Bij een huwelijk werden vaak geen ouders genoemd maar wel de woonplaats van bruid en bruidegom.
Naast de genoemde bronnen, heb ik aanvullende informatie gevonden in rechtszaken en procedures die voorouders aangespannen hebben. Een daarvan betreft Hendrik Tonnis die een graantje mee wilde pikken van het afgraven van veen net ten zuiden van Topweer door de stad Groningen. Een andere interessante kwestie betreft een conflict tussen Lubbe Berends en dominee Dalmolle over verduisteren van diakoniegelden.
Soms was het ook de overheid die het initiatief nam. Zo vond ik veroordelingen van voorouder Ebbel Berends die als kroegbaas de sluitingstijdenwet overtrad, en een verslag van militaire dienst en desertie in het leger van Napoleon van voorouder Hendrik Wiebe die te voet naar zijn standplaats Cherbourg is gereisd.
Maar de mooiste bron is de hervormde kerk van Opende. Net als bij de oude Egyptenaren is de naam van mijn voorouder in steen gebeiteld. Lubbe Beerents Rinckema. Ouderling. Anno 1748.
