De tweede Wiebe Top betreft mijn opa. Hij zou enig kind blijven van vader Hans en moeder Lutske. Het vernoemen van kinderen was in die tijd sowieso gebruikelijk en zeker als er al een ouder overleden was. Het vernoemen van Wiebe naar zijn al overleden opa Wiebe, was een manier om opa Wiebe in herinnering te houden.
Dat mijn opa enig kind bleef, had te maken met het feit dat een nieuwe bevalling als te riskant gezien werd omdat Lutske een vernauwd bekken had. Dit kwam door een vitamine D tekort op basis van te weinig blootstelling aan zonlicht in haar jeugd waarbij de botten onvoldoende ontwikkeld waren. Dit werd de Engelse ziekte genoemd maar kwam in Nederland en ook op het platteland veel voor. Vooral vrouwen bleven vaak binnenshuis en droegen ook als kind kleding die armen en benen volledig bedekte.
In een fotoalbum van mijn opa zit een foto van de kleine Wiebe in een matrozenpakje (ook weer volledig de huid bedekkend). De foto moet gemaakt zijn in de jaren dertig. Het is een afdruk van foto Steenmeyer, in die tijd het bekendste adres voor portret en familiefoto’s in Groningen. Als bijschrift heeft mijn opa erbij gezet : “Wordt ik ook schipper? Of matroos dan?”.

Het zou geen van beide mogelijkheden worden. Wiebe maakte de MULO in Groningen af en heeft daarna administratieve functies vervuld. Zijn middelbare schooltijd viel in de oorlogsjaren. Hij heeft de foto van zijn persoonsbewijs bewaard in zijn fotoalbum.

In 1949 trouwde hij met Annie Reints. In zijn fotoalbum zit een foto van een uitje eerder dat jaar toen hij met de motor van zijn vader op stap was. Het kenteken is in 1931 geregistreerd op naam van Hans Top te Enumatil. Ook mijn vader Hans heeft achterop deze motorfiets rondgereden bij zijn opa met de voeten in de zadeltassen.
Na de geboorte van zoon Hans in 1950 en dochter Wilma in 1953 verhuisde het gezin van Leek naar Veenhuizen. Wiebe kreeg werk bij de Rijkswerkinrichting in Veenhuizen. Een hele andere wereld.

Toen hij in Veenhuizen woonde kocht hij zijn eerste auto. Hij had alleen nog geen rijbewijs. Daarvoor maakte hij maar liefst 5000 oefenkilometers om het zichzelf aan te leren. Dat begon op het grote terrein van Veenhuizen wat niet als openbare weg gold. Maar gaandeweg zijn oefenperiode werd het oefenterrein steeds groter en bezocht opa familieleden in Noord Nederland via kleine weggetjes om maar niet gesnapt te worden.


In 1967 volgde een verhuizing naar Groningen toen hij hoofd van de administratie van het huis van bewaring werd. Wiebe en Annie trokken in een spiksplinternieuwe flat aan de Wilgenlaan. Het was in die tijd dat mijn vader Hans begon met de opleiding tot politieagent en daarbij doordeweeks in de opleidingsschool in Arnhem zat.


In 1976 kreeg Wiebe op 48 jarige leeftijd een hartinfarct. Dat betekende in die tijd het einde van je werkzame leven. Mijn opa werd arbeidsongeschikt verklaard en kwam op jonge leeftijd thuis te zitten. In die periode is hij begonnen met het maken van een genealogie van de familie Top. Informatie die we nu soms snel inzichtelijk hebben via internet, moest toen vergaard worden via tijdrovende bezoeken aan archieven.

In 1981 volgde de laatste verhuizing naar de Annerweg 15 in Anloo. Het is het huis wat ik mij goed kan herinneren van de bezoekjes die we als kleinkinderen brachten. Donald Duckjes lezen en schieten met de luchtbuks. Hij heeft er tot aan zijn dood in 2018 gewoond. Vanaf 2009 als weduwnaar. Oma Top werd ziek en moest de laatste periode van haar leven verpleegd worden in een verpleeghuis. Ze hebben samen hun 60 jarig huwelijk nog mogen vieren.

