Ebbel was de kleinzoon van stamvader Lubbe Berends. Zijn naam duikt op in de archieven van het huis van bewaring in Groningen. Een instelling waar de latere Wiebe Top (mijn opa) ook zou komen te werken. Alleen Ebbel’s naam stond niet geregistreerd bij de medewerkers maar bij de deliquenten.
Ebbel was kroegbaas, tapper zoals dat toen heette. Er waren meerdere cafe’s in Opende en een verwante familietak had later een cafe aan de Provinciale weg (Cafe Top) waar nog een foto van bestaat. Het pand bestaat nog steeds en is nu een pizzeria. Het cafe van Ebbel heb ik niet kunnen achterhalen. Maar voor alle tapperijen golden dezelfde regels. Tussen 10 uur in de avond en 5 uur in de ochtend moest het cafe gesloten zijn.

Ebbel is meerdere keren veroordeeld voor het overtreden van deze sluitingstijden. Dit werd bestraft met een geldboete die omgezet kon worden in een gevangenisstraf als er niet betaald werd. Ebbel liet zich bij verstek veroordelen en kreeg bij het niet betalen van de boete, uiteindelijk een week lang een gevangenisstraf.


Ook na 1867 komt zijn naam nog een keer terug. Inmiddels was Ebbel 69 jaar. Dit keer stond bij beroep niet meer “tapper” maar “arbeider”. Hij was betrapt en veroordeeld voor het laten grazen van een paard op andermans grond. Ook hiervoor heeft hij zijn straf uitgezeten in het huis van bewaring. Zijn handtekening die in zijn jongere jaren nog wat zwierig was, is verworden tot een bibberig eindproduct.

